Recentie: villalarepubblica - Bertus Pieters (NL)

Joseph Semah in het Haagse Gemak: Bindende taal.

24 november 2011

Stel je voor: twee grootheden bewonderen elkaar om hun geschriften. Beide zijn belangrijke cultuurdragers. De één was overtuigd lid van de Nazi-partij en trachtte zelfs bijdragen te leveren aan het toen nieuwe Duitsland. De ander is joods, verloor zijn ouders in de Holocaust en zat zelf in een concentratiekamp. Uit waardering voor elkanders werk ontmoeten beide elkaar in de berghut van de ex-NSDAPer en zij wandelen door de natuur. Beide zwijgen over het verleden. Alle andere communicatie heeft dat zwijgen niet teniet kunnen doen.

Het gaat om de Duitse filosoof Martin Heidegger en de Roemeens-Duitse dichterPaul Celan die elkaar in 1967 ontmoetten. Heidegger nodigde Celan uit in zijn berghut in Todtnauberg voor een ontmoeting. Beide waren tot in de nerven bezig met taal. Bij beide is het in de eerste plaats de taal die meester is over de mens, over zijn denken, over de waarheid.

Celans leven was behoorlijk beschadigd of, om in de sfeer van de beide grootheden te blijven, zijn taal was beschadigd. Betekenissen waren aangetast, misvormd, vergroot, veranderd, de taal reikte een combinatie van waarheid en dood aan. De taal raakte bij Celan daarmee tot in de hemel, de wolken waar de rookwolken van de concentratiekampen terecht waren gekomen. Celan pleegde zelfmoord in 1970, nog geen 50 jaar oud, een oeuvre achterlatend waarin de taal de dood bezweert tot zij ermee samenvalt.

Heidegger was ook niet ongeschonden uit het nabije verleden gekomen, zij het tegenover Celan, op een moeilijk vergelijkbare manier. Na de oorlog mocht hij enige jaren niet meer werkzaam zijn aan de universiteit. Heidegger raakte hierdoor enige tijd geestelijk in de problemen. Hij heeft daarover zelf nooit uitgeweid. Hij vond het werk in het algemeen belangrijker dan de persoon die het maakte, en dat gold ook voor hemzelf.

Over wat de dichter en de filosoof met elkaar bespraken in Todtnauberg kan slechts gespeculeerd worden. Van Gadamer weten we dat Heidegger hem slechts had toevertrouwd dat hij onder de indruk was van Celans botanische kennis. Celan stuurde Heidegger later zijn gedicht 'Todtnauberg'  toe als dank. Heidegger stuurde hiervoor een dankbetuiging. En dat is in feite alles wat we inhoudelijk over de ontmoeting weten.

Deze ontmoeting is het uitgangspunt voor de expositie 'Tracing Martin Heidegger's Hut and Paul Celan's Clouds' van Joseph Semah in de Haagse Vrije Academie / het Gemak. Het kan bijna niet anders dan dat de expositie ook opgebouwd is uit taal. Weliswaar gaat het om beeldtaal maar de beelden refereren onmiddellijk aan met taal benoembare zaken. En het is de kracht van de expositie dat het moeilijk uit te maken is of het de taal is die het beeld voor ons vormt, of dat het het beeld is dat de taal vormt.

Neem het 72-delige werk 'After Paul Celan, Tango and Fugue: This, however, brings us Gav Le-Gav (Back to Back) with the artist's promise' uit 2009. Een werk dat niet meteen teruggaat op de ontmoeting maar wel op Celans beroemdste gedicht 'Todesfuge en zijn Roemeense voorloper waar de fuga nog een tango was. De doodstango refereerde in zijn titel wellicht nog aan de dodendansen uit de late Middeleeuwen. Echter, de fuga is geen dans maar een canonische muziekvorm waarbij één of meerdere thema´s in de verschillende stemmen steeds terugkomen. Celan verbond in zijn gedicht twee uitersten - zijn Duitse en zijn joodse afkomst - in de dood met elkaar.

Bij Semah ligt, ondanks de titel, de nadruk meer op de fuga dan op de tango. Het strakke ritme van de 4 x 18 even grote werken op de wand versterkt dat idee. Maar ook de in ieder werk gebruikte partituren van Bachs leerstuk 'Die Kunst der Fuge' als basis en achtergrond geven een basis voor de fuga als uitgangspunt. Door het gebruik van transparant papier legt Semah beeldende thema's over de fuga's heen. Lijntjes garen lijken, soms machteloos, één en ander aan elkaar te willen rijgen.

Semah heeft de vormen in opvallende harmonie over elkaar heen gelegd in deze werken. Niets lijkt deze composities uit balans te brengen, zij het niet dat de vormen zelf aan andere dan harmonische zaken refereren. Zeker, we zien een bloem, een vogel, de f-gaten van een viool, maar we zien ook personen zonder hoofd, de silhouetten van barakken met schoorstenen. De harmonie van de compositie blijkt bedrieglijk, de betekenis van de vormen verstoort haar. Het is de taal die dit werk sinister maakt. De taal die betekenis geeft aan de vormen.

'Tango and Fugue' kan gezien worden als een grote aanloop naar het recente werk van 'Tracing Martin Heidegger's Hut and Paul Celan's Clouds'. Onderdeel van dat werk zijn 50 tweeluiken in olieverf op doek. Op het eerste gezicht heeft deze serie veel weg van 'Tango and Fugue': ze toont barakken met schoorstenen, bloemen, etc.

 

Maar de zaken zijn nu niet over elkaar gelegd, er is geen transparantie meer. De vertroosting van de fuga's van Bach als ondergrond is ook verdwenen. Deze vormen zijn voorgoed verstild. De vormen zijn vrijwel zonder uitzondering zwarte sjablonen. Sommige passen bijna niet in het vlak. De bloemen en planten hebben wat meer ruimte om zich heen, maar zijn verder zo vlak en zwart als de barakken en treinwagons of de piano en de berghut met de kleine schoorsteen. Opvallend zijn de natuurpaden, ongetwijfeld refererend aan de wandeling die Heidegger en Celan maakten.

De tegenstellingen in de tweeluiken zijn wederom alleen scherp wanneer de beladenheid van de vormen begrepen wordt. De tweeluiken lijken op het eerste gezicht willekeuriger opgebouwd, minder doordrenkt van harmonie, dan in 'Tango and Fugue'. Maar dat is schijn. Zorgvuldig is ervoor gezorgd dat het ene luik het andere niet aan zich bindt. Ook hier hangen weer lijntjes licht garen over de composities heen. Nu weer in een poging structuur te geven, dan weer als een mislukking.

'Tracing Martin Heidegger's Hut and Paul Celan's Clouds' omvat ook een aantal sculpturen, waarvan er één gebruikt werd bij de openings-performance.

Drie van deze sculpturen zijn opgebouwd uit steeds twee tafels, waarvan de ene schuin staat door één paar kortere poten. In alle drie sculpturen klemmen de tafels iets samen, dusdanig dat het overeind blijft staan. In één geval is dat een hekwerk, in een volgende een stapeling tl-buizen en in de derde een aantal ramen met gekleurde sponningen.

Daarvan is de combinatie met het hekwerk wellicht het beklemmendste: de onbereikbaarheid van beide zijden van het hek is hier bijna voelbaar. De ene tafel lijkt gehandicapt of ten onder te gaan maar de andere tafel kan er niet bij - voor zover tafels al wat zouden kunnen - maar samen houden zij het hek overeind. De beide andere sculpturen van het drieluik zijn complementen van dat thema: onbereikbaarheid en dat wat de bereikbaarheid in de weg staat worden in stand gehouden. Maar dat wat de onbereikbaarheid in de weg staat kan ook gezien worden als dat wat de beide tafels steeds delen en wat hen bindt.

Op de tentoonstelling zijn ook een aantal oudere werken van Semah te zien. Intrigerend is 'Black fire / White fire' uit 2005, een werk dat zowel glinstert door de brandende tl-buizen als door het fonkelende middaglicht. Ook hier is een onderlinge verbondenheid van zaken, van tegenstellingen, van stil conflict te zien.

Een aantal werken uit de jaren '80 gaan terug op de joodse religie, zoals 'LeCh-LeCha', een installatie uit 1983

en 'ERUV Hatzerot' uit 1983 - 86.

Daarnaast zijn er ook wat kleinere sculpturen uit de jaren '70 tentoongesteld. Aantrekkelijk werk dat met eenvoudige vormen en voorwerpen betekenissen tot leven tracht te brengen.

Het werk van Semah is, ondanks zijn versleuteling in religie, en cultuur, communicatief te noemen. Het gaat over grootse zaken maar het wil niet overdonderen of de kijker naar de keel grijpen. Semah reikt de vormen aan en tracht het gemeenschappelijke te laten zien waar dat normaliter door religieuze of culturele versleuteling niet mogelijk is. Tegenstellingen blijven in stand en blijven met elkaar verbonden.

 

Bertus Pieters

http://villalarepubblica.wordpress.com/2011/11/24/joseph-semah-in-het-haagse-gemak-bindende-taal/